Met de mogelijke levering van F-16’s vervaagt er weer een rode lijn

F-16’s De mogelijke levering van F-16-gevechtsvliegtuigen aan Oekraïne zou in de strijd met Rusland een gamechanger kunnen zijn, maar sowieso niet meer dit jaar.

Een F-16 tijdens een oefening boven Italië.
Een F-16 tijdens een oefening boven Italië. Foto Giuseppe Lami/EPA

Grote verwarring rond de F-16’s deze week. Dinsdag berichtte The Guardian dat de Britse premier Rishi Sunak en premier Mark Rutte (VVD) het tijdens een bespreking eens zouden zijn geworden over het bouwen van een „internationale coalitie” die Oekraïne gaat voorzien van F-16’s. Maar woensdag weersprak Ruttes woordvoerder dat. Tijdens het overleg waren er nog „geen concrete afspraken” gemaakt over koop of levering, aldus de woordvoerder.

Dat wil niet zeggen dat Nederland afwijzend staat tegenover de levering van het gevechtsvliegtuig, waarvan Oekraïne er zeker veertig tot vijftig zou willen hebben. Minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra (CDA) maakte afgelopen januari duidelijk dat er wat Nederland „geen taboes” zijn bij mogelijke wapenleveranties – ook F-16’s niet. „Als er een verzoek komt van Oekraïne, dan zullen we daar zeker naar kijken”, zei de minister. Tegelijkertijd realiseert het kabinet zich dat Den Haag niet in zijn eentje kan opereren.

Tijdens Zelensky’s bezoek aan Nederland, op 4 mei, maakte Rutte duidelijk dat er achter de schermen „hard gewerkt” wordt aan een ‘Fighter Coalition’. Overigens zal het Verenigd Koninkrijk zelf sowieso geen F-16’s leveren; de Britse luchtmacht vliegt met andere gevechtsvliegtuigen. Wel zou Londen een rol willen spelen bij het trainen van Oekraïense piloten.

Rode lijn

Met de levering van moderne westerse gevechtsvliegtuigen aan Oekraïne zou het Westen opnieuw een ‘rode lijn’ van Rusland overschrijden. Al vanaf de eerste dag van de invasie bestaat de vrees in het Westen dat wapensteun aan Oekraïne ertoe kan leiden dat westerse landen direct betrokken raken bij de oorlog, waardoor die oncontroleerbaar zou kunnen escaleren, in het ergste geval tot de inzet van nucleaire wapens.

Toch werd de wapenhulp steeds verder opgevoerd. Dat begon met de levering van Stingers (luchtdoelraketten) en Javelins (antitankraketten) in de eerste weken na de invasie, en ging via pantserhouwitsers naar HIMARS- en Patriot-raketten. Begin dit jaar werd het taboe doorbroken op de levering van westerse infanteriegevechtsvoertuigen en moderne gevechtstanks, zoals de Leopard 2 en de Amerikaanse Abrams M1. Een reactie uit Moskou, afgezien van de gebruikelijke oorlogsretoriek, bleef uit.

Lees ook: Verenigd Koninkrijk gaat het doen: raketten aan Oekraïne leveren die de Krim kunnen raken

Dankzij het Verenigd Koninkrijk is inmiddels ook het taboe op de levering van langeafstandsraketten doorbroken. Met de Storm Shadow-kruisraketten van de Britten kunnen de Oekraïense strijdkrachten afstanden overbruggen tot zo’n 250 kilometer, genoeg om tal van Russische doelen op, onder meer, de bezette Krim te raken. Met de raketten die via het artillerieraketsysteem HIMARS worden afgevuurd was het maximale bereik door de Amerikanen bewust beperkt tot zo’n tachtig kilometer, mede om er zeker van te zijn dat Oekraïne ze niet kan inzetten tegen doelen diep in Rusland zelf. Maar ook na de levering van de Britse kruisraketten bleef een militair antwoord uit het Kremlin uit.

De mogelijke levering van F-16-gevechtsvliegtuigen is al maanden inzet van discussie tussen enerzijds de Oekraïners, en anderzijds de coalitiegenoten die over het toestel beschikken. Net als in het geval van de Leopard-tanks is een groot voordeel van de F-16 dat veel NAVO-landen ze in gebruik hebben; die zouden dus snel vliegtuigen en onderdelen kunnen leveren aan Oekraïne.

Introductie van de F-16 in het luchtruim boven Oekraïne kan om meerdere redenen een verschil maken, menen analisten. In januari van dit jaar concludeerde de gezaghebbende Britse denktank Royal United Services Institute (RUSI) dat Russische piloten in de oorlog in Oekraïne „zeer effectief en dodelijk” zijn in vergelijking met hun Oekraïense concurrenten. Dat komt niet alleen doordat de Russen gebruik kunnen maken van langeafstandsraketten en de Oekraïners niet, maar ook het technologische overwicht van de Russische gevechtsvliegtuigen. Dankzij de komst van westerse luchtverdedigingssystemen is daar volgens RUSI meer in evenwicht ingekomen.

De Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken Dmytro Koeleba schreef maandag in het blad Foreign Policy dat zijn land op dit moment zo’n 75 procent van de Russische raketten en drones uit te lucht haalt, mede dankzij de levering van geavanceerde westerse luchtafweersystemen sinds afgelopen winter. Met de inzet van F-16’s kan dat percentage volgens hem nog fors omhoog. F-16’s zijn dankzij hun geavanceerde radar en bewapening zeer geschikt om Russische kruisraketten op te sporen en te elimineren.

Luchtsteun voor grondoperaties

Een ander belangrijk Oekraïens doel voor de verwerving van F-16’s is om de eigen grondtroepen te kunnen voorzien van luchtsteun, en te gebruiken bij gecombineerde lucht- en grondaanvallen. Controle over het luchtruim is volgens de handboeken van de NAVO een voorwaarde voor geslaagde operaties op de grond. Met de verouderde MiGs waarmee Oekraïense piloten nu vliegen is zo’n overwicht over de Russische luchtmacht uitgesloten.

Koeleba noemde nog een andere reden waarom F-16’s een grote rol kunnen spelen: zij kunnen ervoor zorgen dat de graanroutes van Oekraïense vrachtschepen op de Zwarte Zee worden beveiligd, en Russische oorlogsschepen op afstand houden. Op dit moment is Oekraïne nog afhankelijk van de wankele graandeals met Moskou, die telkens moeten worden verlengd. Volgens Koeleba is de angst in het Westen dat Oekraïne de wapens zal gebruiken om Russisch grondgebied aan te vallen, onnodig. „Wij hebben nooit territoriale claims gehad tegen Rusland, alleen over gebied binnen onze grenzen die worden erkend onder internationaal recht”, aldus Koeleba.

F-16’s kunnen graanroutes van Oekraïense schepen op de Zwarte Zee beveiligen

De F-16 werd in de jaren zeventig ontwikkeld als een lichte jager voor het luchtgevecht, maar bleek al gauw inzetbaar voor andere taken, zoals aanvallen op doelen op de grond. Tegenwoordig wordt het toestel daarom omschreven als ‘swing role fighter’. Het relatief kleine éénmotorige toestel was in aanschaf en onderhoud relatief betaalbaar. Het toestel was bovendien technologisch vernieuwend, met een ontwerp dat aerodynamisch instabiel was (en daardoor zeer wendbaar) en met elektronische besturing (fly-by-wire). De F-16 groeide daarom uit tot een van de meest verkochte gevechtsvliegtuigen ter wereld: in 2010 waren er 4.500 toestellen gebouwd. Pas in 2030, zo is de planning, zal de productie van het toestel definitief worden stop gezet.

Vliegbasis Volkel

Nederland kocht in totaal 213 F-16’s; het eerste toestel werd in 1979 in gebruik genomen. Net als andere NAVO-landen heeft Nederland zijn F-16-vloot vanaf eind jaren negentig gemoderniseerd en up to date gehouden. Nu de instroom van de F-35 bijna is afgerond, staat de luchtmacht op het punt afscheid te nemen van het geliefde toestel. Volgend jaar, zo is de bedoeling, moeten de laatste F-16’s worden afgestoten.

Belgische F-16’s boven Nederland.
Foto Jerry Lampen/ANP

Tot die tijd heeft de luchtmacht de F-16 echter nog hard nodig. 312 Squadron op vliegbasis Volkel heeft nog 24 toestellen in gebruik, die ondermeer worden ingezet voor de bewaking van het Nederlandse luchtruim. Deze toestellen kunnen dus niet op korte termijn worden overgedragen. Wel heeft Defensie zeventien F-16’s opgeslagen in een hangar. Twaalf andere toestellen hadden al moeten zijn verkocht, maar staan inmiddels in België. In 2021 meldde Defensie de verkoop aan de Amerikaanse firma Draken International, die de toestellen wilde gaan gebruiken als ‘oefenvijand’ voor de Amerikaanse luchtmacht. Afgelopen december schreef staatssecretaris Christophe van der Maat (Defensie, VVD) echter dat de levering vertraging had opgelopen en dat F-16’s daarom waren overgebracht van de VS naar Charleroi, voor onderhoud door Sabena. Als de verkoop niet doorgaat, zijn er twaalf extra toestellen beschikbaar.

Omscholing

Daar hoeft het niet bij te blijven. Sinds de Russische invasie heeft Nederland al verschillende malen, in samenwerking met andere landen, wapensystemen voor Oekraïne aangekocht. Nederland zou ook F-16’s kunnen kopen – bijvoorbeeld van de VS.

Overigens lijkt het op voorhand bijna uitgesloten dat Oekraïne nog dit jaar F-16’s zal kunnen inzetten in de oorlog. In maart werden op een Amerikaanse luchtmachtbasis in Arizona twee Oekraïense piloten drie weken lang getest om te zien hoe de omscholing naar het gebruik van hen onbekende gevechtsvliegtuigen zou verlopen. Daaruit zou de conclusie zijn getrokken dat zij binnen zes maanden een F-16 zouden moeten kunnen vliegen én gebruiken in oorlogssituaties, zei de Oekraïense luchtmachtcommandant Serhii Holoebtsov eind maart. Hoewel verschillende landen al hebben aangeboden Oekraïense piloten te willen opleiden voor de F-16, waaronder Nederland, Polen en België, zijn die trainingen voor zover bekend nog nergens begonnen. Aanvankelijk ging het Pentagon ervan uit dat die opleiding anderhalf jaar in beslag zou kunnen nemen.